Antroposofie

Antroposofie: De occulte leer van Rudolf Steiner

Rudolf Steiner heeft tot op vandaag vooral zijn stempel gedrukt op veel intellectuelen in het Duitstalig Europa. Daarover een bijdrage van Dr. Jan Badewien, directeur aan de Evangelische Akademie Baden (Karlsruhe).

Wie was Rudolf Steiner? Een geesteswetenschapper en wereldleraar, zoals zijn aanhangers zeggen, of een kwakzalver, zoals zijn tegenstanders denken? Was hij – op basis van zijn medewerking bij de stichting van de ´Freie Christengemeinde´ – een vernieuwer van het christendom of een esotericus en occultist, die de basis van het christelijk geloof heeft verlaten (ook al bleef hij zijn hele leven lid van de Katholieke Kerk)? Is hij een geniale inspiratiebron voor pedagogen, artsen, landbouwkundigen, architecten en kunstenaars – of een dilettant, die simpelweg alle bewegingen uit zijn tijd, die het leven willen hervormen, in zich verenigd heeft?

Rudolf Steiner: een wetenschapper of een geestenziener?

Rudolf Steiner is zo controversieel als nauwelijks een andere persoonlijkheid van 100 jaar geleden. Dat hij duidelijke sporen heeft achtergelaten, bestrijdt niemand: Waldorf pedagogiek, biologisch-dynamische landbouw en antroposofische geneeskunde behoren tot het geijkte rijtje in onze samenleving – en ze hebben in het algemeen een goede reputatie. Minder bekend is echter, dat al deze levenshervormende inspanningen berusten op de door Steiner gestempelde leer van antroposofie.

Voor christenen zou het niet in de eerste plaats moeten gaan om de vraag naar kwaliteit van de verschillende praktische gevolgen. Daarover mogen de specialisten discussiëren. Voor christenen moet het verschil van mening met de antroposofie een betekenis van de eerste rangorde zijn, of ze toch over Jezus Christus, over de Bijbel, over de vier (Steiner spreekt immers over vijf) evangeliën gaat, over God, over de heilsweg van de mens – en daarmee over het meest wezenlijke van ons christelijk geloof.

Steiner studeerde in Wenen natuurwetenschappen. Hij leerde de natuurwetenschappelijke geschriften van Goethe kennen en werkte in Weimar mee aan een kritische uitgave. Steiner verkreeg zijn doctorstitel in de filosofie. Rond 1900 kwam het tot een crisis in zijn leven: Hij kwam in Berlijn in contact met leden van de ´Theosophischen Gesellschaft´ en sloot zich – voor zijn vrienden heel verrassend – aan bij deze beweging, die probeert, uit alle elementen van alle religies een unieke religie van de mensheid te vormen.

´Antroposofie´: de ´wijsheid van de mens´

Sinds 1901 werkte hij als algemeen secretaris van haar Duitse afdeling. In talrijke boeken, artikelen en lezingen, die ook vandaag nog gerekend worden tot het wezenlijke gedachtengoed van de antroposofie, formuleerde hij op basis van theosofische, christelijke, filosofisch-idealistische elementen zijn wereldbeschouwing, die hij na de breuk door de theosofen in 1913 ´antroposofie´ (de ´wijsheid van de mens´) noemde. Tijdens de eerste wereldoorlog bouwde hij met leerlingen uit vele Europese landen in Dornach bij Bazel een scholingscentrum en een consecratie centrum, die eerst “Johannesbau´, later ´Goetheanum´ genoemd werd. Na de eerste wereldoorlog ontwikkelde hij uit de antroposofie de Waldorf pedagogiek, basisprincipes van de geneeskunde, van de biologisch-dynamische landbouw en de ´Freie Christengemeinschaft´, die institutioneel onafhankelijk bleef en waar hij nooit toe behoord heeft. Tijdens de nieuwjaarsnacht van 1922/´23 brandde het gebouw af, vermoedelijk door brandstichting. Later maakte Steiner een maquette voor het huidige ´Goetheanum´, een bouwwerk van beton, dat voor de antroposofische kunststijl trendsettend werd. Steiner stierf in 1925 in Dornach.

In duidelijke afstand tot het christelijk geloof

De antroposofie wil een weg banen naar het echte doel van het leven. Steiner ziet het als een weg naar kennis, ´die het geestelijke in het wezen van de mens zou kunnen leiden naar het geestelijke van de hele wereld´. Hij doet daarvoor een beroep op de wetenschap om het onderzoek naar de paranormale wereld op een methodische wijze uit te voeren. Daarom noemt hij de antroposofie ook ´geesteswetenschap´: de wetenschap van de (paranormale) ´geestelijke wereld´, die de grenzen van het huidige kennen moet overschrijden, ook wel ´geheime wetenschap´. Ze is voor buitenstaanders geheim, verborgen – ´occult´.

Steiner wendt zich daarmee duidelijk af van het christelijk geloof. Uit zijn boek ´Hoe verkrijgt men kennis van de hogere werelden?´ kunnen we afleiden:

  • Het gaat Steiner om kennis – niet om geloof;
  • Er is een manier voor hem om ze te verkrijgen – het is geen geschenk
  • Het gaat hem om hogere werelden – en niet om de uiterlijke wereld, die ook door anderen onderzocht kan worden.

Daar komt nog bij, dat Rudolf Steiner een wel zeer complex mensbeeld ontwerpt. Belangrijke elementen zijn twee “spirituele wetten”, die hij beweert te herkennen: de “reïncarnatie” en het “Karma”. Volgens de ´reïncarnatie´ voltrekt zich de ontwikkeling van het ik zich via vele levens op aarde. Het Karma bepaalt het lot. Het staat voor causaliteit, het is een ´geestelijke wet van oorzaak en gevolg´, het staat echter ook voor gerechtigheid, want ieder mens krijgt in zijn leven, wat hij in zijn vroegere levens op aarde verdiend heeft. Er is geen vergevende God, die door karma verlost, ieder moet met zichzelf in het reine komen en daarmee zijn schuld kwijten. Reïncarnatie en zelfverlossing door middel van karma gaan duidelijk in tegen de Bijbelse fundamentele waarheden.

Steiner vertegenwoordigt een esoterisch Christus beeld

Maar dat is nog niet alles. Onder Christus verstaat Steiner het hoogste geestelijke wezen, dat tijdens de doop van Jezus door Johannes uit het wezen van de zon neerdaalt in het lichaam van Jezus. Deze Jezus zou op verschillende manieren op de opneming van Christus zijn voorbereid, culminerend in de geboorte van twee jongens genaamd Jezus. De Jezus in het Mattheusevangelie zou een incarnatie van Zarathustra geweest zijn, de Jezus in het Lucasevangelie werd omgeven door de aura van Boeddha. Op de leeftijd van 12 jaar zou het Zarathustra-ik uit de Jezus uit Mattheus zijn overgegaan naar de Jezus uit Lucas. Spiritueel zou hier de vereniging van de leer van Zarathustra en Boeddha hier hebben plaatsgevonden, die nu in het christendom zijn opgenomen. Bij de doop verlaat Zarathustra Jezus, nu daalt het wezen van Christus in hem neer. Bij de kruisiging ( het ´mysterie van Golgotha´) neemt Jezus zijn intrek in de aura van de aarde. Sindsdien werkt hij als ´Christus-Impuls´ voor de mensen en helpt hen op te klimmen om de geestelijke wereld via talrijke incarnaties te bereiken. De Christus van Steiner neemt trouwens alleen het ´wereldkarma´ op zich – dat deel van een schuld, dat het geheel van de wereld betreft en niet de individuele dader. Ook versterkt de ´Christus-Impuls´ de ik-krachten van de mens en maakt het hem mogelijk trapsgewijs te stijgen in de geestelijke wereld. Waaraan ontleent Steiner de inhouden voor zulke speculaties? Uit de Bijbel heeft hij ze niet. Die heeft hij niet meer nodig, want zijn bron van kennis is de ´Akasha-kroniek´, een zogenaamd ´geestelijk wereldgeheugen´, waartoe Steiner door middel van zijn ´wetenschap´ toegang beweert te hebben. Aan haar ontleent hij ook zijn ´menskunde´ – de basis voor de antroposofische geneeskunde en pedagogiek – en ook zijn Christusbeeld. Steiner spreekt over een ´vijfde evangelie´, dat juister zou zijn dan de vier Bijbelse: waarvan de auteurs eveneens hun tekst uit de ´Akasha-kroniek´ zouden hebben, hij zou echter door de lange overlevering, door het veelvuldig overschrijven, vervalst zijn.

Antroposofie – geen vorm van christelijk geloof

Terwijl de aanhangers van Steiner tot op vandaag enthousiast zijn en hem bewonderen, staan christenen van alle confessies – terecht – zeer sceptisch tegenover hem: Antroposofie toont zich als een esoterische wereldbeschouwing, waarbij je over de bron niet kunt discussiëren, omdat ze slechts door ´ingewijden´ ingezien kan worden. Zowel het mensbeeld als ook het Christusbeeld komen uit Steiners eigen, nieuwe ´Openbaring´ voort:

  • Een onhistorisch eeuwige Christus-wezen komt in de plaats van de in Jezus mens geworden God.
  • In de plaats van de beloofde opstanding treedt ´reïncarnatie´ – een gevolg van vele levens op aarde.
  • In de plaats van Gods genade, die de schuldige aanneemt, treedt de noodzaak om in eigen kracht het negatieve ´karma´ af te werken.

Antroposofie ontpopt zich daarmee als een leer van zelfverlossing. Het hart van het Evangelie is prijsgegeven, een nieuw wetticisme doet zijn intrede. Het gebruik van veel christelijke begrippen vermag ons desondanks niet te misleiden: Tussen antroposofie en het christelijk geloof bestaat een fundamenteel verschil.

De invloed van de antroposofie

De invloed van de antroposofie is veel groter dan het aantal antroposofisten doet vermoeden. Er is sprake van zo rond de 1.000 Waldorf scholen, 3.500 boerderijen en rond de 10.000 ondernemers, die zich beroepen op de leer van Rudolf Steiner. Daartoe behoren de ethische bank GLS, Demeter, Tegut, de bioketen Alnatura, het kosmeticamerk Weleda en Dr. Hauschka evenals het softwarebedrijf AG (de nr. 2 onder de Duitse Softwareproducenten). Ook de chef van één van de grootste drogisterijketens, dm: Götz Werner ziet zichzelf als antroposoof.

Biologisch-dynamische landbouw

Ongeveer 3.500 landbouwbedrijven produceren voedingsmiddelen volgens de principes van Rudolf Steiner ( vooral het merk Demeter). Dat betekent, dat ze kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen vermijden. Het zaaien is afhankelijk van de fasen van de maan.

Waldorf pedagogiek

Naast de wereldwijd 1.600 kleuterscholen zijn er rond 1.000 Waldorf scholen, waarin kinderen een gezamenlijke opleiding krijgen, d.w.z. er wordt geen verschil gemaakt tussen vmbo, havo en gymnasium. Zittenblijven is niet mogelijk. Vooral artistiek en ambachtelijk onderwijs wordt ondersteund. Ook de universiteit Witten-Herdecke en de Alanus Hogeschool bij Bonn zijn antroposofisch gericht bezig.

Antroposofische geneeskunde

In Zwitserland werken drie, in Duitsland vijf ziekenhuizen volgens antroposofische (of zoals dat heet: holistische) richtlijnen, waartoe ook de ongeveer 1.000 artsen van de ´Society of antroposofische artsen´ zich rekenen. Op antroposofische basis – uit natuurlijke grondstoffen – worden bijv. door Weleda ( vestiging in Arlesheim bij Bazel) ongeveer 1.500 geneesmiddelen gefabriceerd.

(Dr. Jan Badewien. Uit: IDEAL)