De beste Vriend!

Alle kinderen hielden van Hem.

De kleine kinderen nam Hij in Zijn armen. Hij was machtig! De storm
joeg de golven omhoog en het schip, waar Hij in zat, bevond zich in
groot gevaar. Hij gebood de wind en de zee werd helemaal stil.
Hij genas zieken en had medelijden met mensen, met de armen en ook met
de rijken. Hij zag de zonden in hun harten, de bron van alle ellende. Toch was
een vrouw die een slechte naam had niet bang voor Hem. Huilend over haar
eigen verdorven toestand kwam ze bij Hem en Hij vergaf haar alle zonden.

Op een dag hebben ze Hem gevangengenomen! Hij moest weg. Hij was
zo goed en zo rein – wij niet. Dan maar liever weg met Hem. Hij is
gestorven, gehangen aan een kruis. En ze begrepen helemaal niet, dat Hij
dat allemaal van tevoren al wist! Hij, de Zoon van God, was uit de hemel
gekomen om te sterven. Hij wilde ons, die zouden moeten sterven, allemaal
redden van de dood, van de eeuwige dood.

Maar wat een vreugde: Hij is niet dood gebleven. Hij is uit het graf
opgestaan. Hij leeft! Hij is in de Hemel. Hij ziet ons. Hij kent jou. Hij
heeft nog steeds medelijden met ons. Hij wil ook nu nog, al jouw schuld
vergeven, als jij, net als die vrouw, berouw hebt van je zonden en ze aan
Hem wilt belijden.

‘Ja’, zegt Hij dan: ‘Nu kan ik jou je zonden ook vergeven, want ik heb
voor die zonden de straf al gedragen op het kruis van Golgotha’.
En dan begint er een nieuwe periode: de periode van jouw veranderde,
nieuwe leven. Dan verander je helemaal. Hij wordt jouw beste vriend. Je
kunt alles met Hem bespreken (dat noem je ‘bidden’). Dan zul je in de Bijbel
willen lezen om Hem beter te leren kennen. Dan wordt de Bijbel een boeiend
boek voor jou. Iedere dag wil je dan graag iets lezen over de Heere Jezus.
Hij wil immers jouw beste Vriend zijn!

J. Rouw (uit: Een Brief voor jou)