De nederigheid van Gods Zoon

Laten we eerbiedig nadenken over de nederigheid van de Zoon van God, hoe Hij hier was in zelfvernedering en volmaakte gehoorzaamheid aan God, als Mens onder de mensen. Toen Hij naar de aarde kwam, ontledigde Hij Zichzelf van alles wat rechtens van Hem was. Het is onmogelijk om een van de Evangeliën te lezen zonder elk moment de aangename geur van liefdevolle gehoorzaamheid en zelfverloochening te bespeuren. De verdorvenheid van de mensen om Hem heen verleende alleen maar meer kracht en zegen aan Zijn nederigheid, die nooit wankelde. Het was de ‘IK BEN’ Die hier in de volmaakte menselijke gehoorzaamheid op aarde was. Alles wat zuiver en mooi was in de menselijke natuur, werd in de Heere Jezus gevonden.

Alles in Zijn karakter was in volmaakte onderwerping aan God in Zijn mens-zijn; alles had zijn plaats en deed precies waartoe het diende. Als zachtmoedigheid Hem betaamde, was Hij zachtmoedig, wanneer verontwaardiging op zijn plaats was, wie zou Zijn vernietigende berisping kunnen weerstaan! Hij was genadig, barmhartig en geduldig voor de voornaamste van de zondaars (1 Tim. 1:13-16), maar onbewogen bij de harteloze hoogmoed van de koude farizeeër (Luk. 7:36-50). Aan het kruis was Hij teder tegenover Zijn moeder: in menselijke zorg vertrouwde Hij haar toe aan iemand die aan Zijn borst geleund had, maar Hij stond niet toe dat zij aanspraak op Hem maakte wanneer dat Zijn dienst voor God in de weg stond (Matth. 12:46-50).

Zijn rust en zeggingskracht brachten Zijn tegenstanders van hun stuk en deed hen soms verbijsterd staan! Wat een zachtmoedigheid raakte het hart van allen die niet verhard waren door moedwillige tegenstand! Wat een scherpte van geest om te kunnen onderscheiden tussen het kwade en het goede! In één woord samengevat was de Mensheid van Christus volmaakt – volkomen onderworpen aan God, alles in onmiddellijke reactie op Zijn wil. Prijs Zijn Naam!

J.N. Darby