Haggaï: De tijd van Haggaï

‘Toen hield het werk aan het huis van God … op’ –

de historische achtergrond van de profeet Haggaï

Toen hield het werk aan het huis van God op – wat was dat voor een tijd, die met het woord ‘toen’ aangeduid wordt? De titel van dit artikel is afkomstig uit het boek Ezra (Ezra 4:24). In dit boek vinden we ook het antwoord op onze vraag.

Babylonische gevangenschap

De beide stammen Juda en Benjamin, het Zuidrijk van het volk Israël, waren in gevangenschap naar Babel weggevoerd. Deze gevangenschap was een oordeel van God. Hij had dit oordeel al lang van tevoren aangekondigd (bijv. in Deut. 28:64). Als Zijn volk Israël de wet niet zou houden, dan zou het weggevoerd worden. En zo was het inderdaad gegaan. Het volk had de wet overtreden en had niet geluisterd naar de vele profeten, die God gestuurd had om het tot bekering te brengen. Daarom moest het oordeel komen. Gods Woord gaat in vervulling, ook al heeft Hij veel geduld voordat Hij het oordeel uitvoert.

Terugkeer uit gevangenschap

Maar niet alleen Gods aankondigingen van oordeel gaan in vervulling. Alles wat Hij zegt en belooft, is volkomen betrouwbaar. Ook Zijn positieve beloften gaan in vervulling. Hij had door de profeet Jeremia laten aankondigen dat Hij na 70 jaar gevangenschap een verandering zou bewerken. Zijn volk zou weer naar het vaderland, naar Jeruzalem, terugkeren (bijv. Jer. 29:10). En zo is het inderdaad gebeurd!

God heeft alles in de hand

God heeft het zo bestuurd, dat het aangekondigde oordeel over het Zuidrijk door de koningen van Babel uitgevoerd werd. Maar deze koningen waren niet beter dan Juda en Benjamin. Integendeel – zij handelden Godslasterlijk en verhieven zich tegen God. Dus moest God hen ook oordelen. Het Babylonische rijk werd door het Medo-Perzische rijk overwonnen. Toen de 70 jaren van gevangenschap voorbij waren, regeerde Kores als Perzische koning. Hij gaf het bevel dat alle Joden die daartoe bereid waren, terug moesten keren naar Jeruzalem, om daar voor de HEERE een huis te bouwen. En zo keerden bijna 50.000 mensen terug naar Jeruzalem. Gods belofte ging in vervulling en wel precies op het moment dat Hij van tevoren had aangekondigd. Inderdaad – Gods Woord is absoluut betrouwbaar en Hij heeft alles in de hand!

Terugkeer met een bepaald doel

De eerste zes hoofdstukken van het boek Ezra vertellen over de terugkeer naar Jeruzalem op last van Kores. Wat een blijdschap voor iedereen die het bevel van koning Kores opvolgde en naar Jeruzalem terugging. Eindelijk waren ze weer in het vaderland, het land dat God hun in de tijd van Jozua als erfdeel gegeven had. Eindelijk weer op de plek die de Heere verkoren had voor Zijn volk. Dat moet iedere godvrezende Jood heel gelukkig gemaakt hebben!

En hoe beschrijft God de situatie? Aan het eind van Ezra 2 lezen we: Heel Israël woonde in zijn steden. Heeft de schrijver zich hier vergist? Het waren niet eens 50.000 personen, en dan alleen nog maar zij die tot de stammen Juda, Benjamin of Levi behoorden. Dat is toch niet heel Israël, of wel? In Gods ogen vertegenwoordigden de weinige mensen die teruggekeerd waren en die nu weer op de juiste plek woonden, Zijn hele volk. De vele Israëlieten die nog steeds over verschillende landen verstrooid waren, konden niet als het ene volk van God erkend worden. Maar de weinigen die teruggekeerd waren, werden door God als het hele volk beschouwd. En zij hadden een opdracht: het huis van God, de tempel, te bouwen. Zo was het bevel van Kores geweest, want zo wilde God het.

Het altaar wordt gebouwd en het fundament van de tempel wordt gelegd

Heel snel na de terugkeer naar Jeruzalem verzamelde het volk zich als één man. Zij kenden hun opdracht en begonnen met het bouwen van het altaar, precies op de plek waar het vroeger gestaan had. Ze wilden zich in alles richten naar Gods wil. Vervolgens legden ze het fundament van de tempel. Ze hadden niet de middelen en mogelijkheden om de tempel net zo groot en mooi te bouwen als Salomo had gedaan. Maar ze begonnen te bouwen met de middelen die hun ter beschikking stonden. Ze hadden de moed om te werken en God zegende hen.

Tegenstand van buiten

Maar zoals altijd als mensen iets in opdracht van God doen, wordt de vijand actief. Hij komt van buitenaf, maar vindt ook genoeg aanknopingspunten in ons hart. De vijanden die van buitenaf actief werden, begonnen eerst met een list. Ze wilden meebouwen, maar dat was natuurlijk niet mogelijk (Ezra 4:1-3). Hoe kon iemand die eigenlijk een zaak wilde schaden, meebouwen? Hoe kon iemand die helemaal geen band met God had, aan dit huis meewerken? Toen probeerden zij de mannen van Juda te ontmoedigen en af te schrikken (Ezra 4:4-5). Ten slotte wendden ze zich met boze verdachtmakingen tot de Perzische koning Arthahsasta[1]Op Kores, die de opdracht tot terugkeer naar Jeruzalem gegeven had, volgde Ahasveros (Ezra 4:6), en daarna volgde Arthahsasta als Perzische koning. Tijdens zijn regeringsperiode stopte het werk aan … Continue reading; ze wilden hem bewegen het werk aan de tempel te verbieden (Ezra 4:7). Inderdaad gaf Arthahsasta het bevel dat de stad Jeruzalem niet weer opgebouwd mocht worden (Ezra 4:21). Dat was de reden dat de bouw van de tempel werd gestaakt. Daarmee zijn we bij het moment aangekomen waarop Gods Woord zegt: ‘Toen hield het werk aan het huis van God in Jeruzalem op’ (Ezra 4:24).

De eigenlijke oorzaak van de onderbreking van de bouw

Tot zover het verslag in het boek Ezra. De vraag naar het ‘toen’, naar het moment waarop de bouw van het huis van de Heere werd gestaakt, is daarmee opgehelderd.

Op de bouwplaats was het enkele jaren stil en de tempelbouw werd niet voortgezet. Maar toen stuurde God de profeten Haggaï en Zacharia. Zij legden de geestelijke toestand van de teruggekeerden bloot. Die bevonden zich weliswaar wel op de juiste plek – in Jeruzalem en de omliggende steden – maar zij hadden niet de juiste innerlijke motivatie. Hun prioriteiten waren verkeerd. In plaats van met ijver en interesse aan het huis van de HEERE te bouwen, werkten zij liever aan hun eigen huizen. Ten diepste was de uiterlijke tegenstand dus helemaal niet de eigenlijke oorzaak van de onderbreking van de bouw. De diepere oorzaak was gebrek aan interesse voor het huis van God, terwijl de tegenstand van de vijanden alleen een uiterlijke aanleiding voor de onderbreking van de bouw was. Als de zaak van de Heere geen prioriteit in ons leven heeft, laten we ons snel door alle mogelijke uiterlijke dingen tegenhouden om voor Hem te leven en te werken.

Toen! En nu?

God stuurt in deze situatie de profeet Haggaï om tot Zijn volk te spreken.

Dat roept ook voor ons enkele vragen op:

  • Zit ik op de juiste plek – zowel in mijn persoonlijk leven als met het oog op de geestelijke plaats, die God in Zijn Woord beschreven heeft en waar gelovigen samenkomen en ervaren dat de Heere Jezus Zelf in hun midden is?
  • Zit ik met de juiste innerlijke bewogenheid op deze plek?
  • Heb ik in mijn leven de juiste prioriteiten gesteld?
  • Ben ik echt betrokken bij de bouw van het huis van God?

Christian Rosenthal

‘Ga het gebergte in, haal hout, en herbouw dit huis’

Hag. 1:8

Chronologie

Wegvoering van Juda en Benjamin in Babylonische gevangenschap

Jaar (voor Christus) GebeurtenisBijbelgedeelte
6051e wegvoering (Daniël was erbij)Daniel 1:1-2
5972e wegvoering (Ezechiël was erbij)Ez. 1:2
5863e wegvoering en verwoesting van Jeruzalem en van de tempel2 Kon. 25:8-12

Terugkeer uit gevangenschap

Jaar (voor Christus) Gebeurtenis Bijbelgedeelte
538Terugkeer van bijna 50.000 personen op last van koning Kores – 70 jaar na de eerste wegvoeringEzra 1 en 2
536Begin van de tempelbouwEzra 3:8
523/522Onderbreking van de tempelbouw door ArthahsastaEzra 4:23-24
520Toespraken van de profeten Haggaï en Zacharia.
Hervatting van de tempelbouw
Ezra 5:1-24
516Voltooien van de tempelEzra 6:14-15
458Terugkeer van Ezra met ca. 1.500 personenEzra 7 en 8
445Terugkeer van Nehemia, die de muur van Jeruzalem weer opbouwtNeh. 1 en 2

Dit artikel is onderdeel van een serie van artikelen:

  1. Haggaï: De tijd van Haggaï
  2. Haggaï 1:1-11: Onderzoek je prioriteiten – de eerste boodschap
  3. Haggaï 1:12-15: God bewerkt een echte opwekking – de tweede boodschap
  4. Haggaï 2:1-10: Verleden, heden en toekomst – de derde boodschap
  5. Haggaï 2:11-24: Oproep tot innerlijke heiliging en vooruitzicht op Christus – vierde en vijfde boodschap van Haggaï

Voetnoten

Voetnoten
1 Op Kores, die de opdracht tot terugkeer naar Jeruzalem gegeven had, volgde Ahasveros (Ezra 4:6), en daarna volgde Arthahsasta als Perzische koning. Tijdens zijn regeringsperiode stopte het werk aan het huis van de HEERE. Na Arthahsasta werd Darius koning over Perzië (Ezra 4:24), en gedurende zijn regeringsperiode werd de tempelbouw hervat en werd het huis van God in Jeruzalem voltooid.