Verlangen naar vrijheid en leven
Veel dingen kan men in het leven uitzoeken maar zeker niet alles. Ik had als kind bepaald geen gelukkige start. In 1978 werd ik in het voormalige communistische Tsjechoslowakije geboren. Mijn vader was alcoholist en ik leerde al heel vroeg geweld kennen in het gezin. Eén van mijn eerst herinneringen als driejarig kind was, dat ik op een bank zat en mijzelf een natte zakdoek op mijn bloedende neus drukte.
Een porseleinen bord is door mijn schuld gebroken. Mijn vader liet mij zijn woede merken.
Toen ik vier jaar oud was, scheidde mijn moeder van mijn vader. Ze ontdekte dat mijn vader haar bedrogen had, terwijl zij beviel van mijn jongere zus. Na de scheiding maakte zij een plan om met de kinderen naar het westen te vluchten. Mijn moeder was tegen het regime en had contact met de burgerrechtenbeweging Charta 77. Eén van haar contacten hielp ons in 1983 via het voormalige Joegoslavië naar Oostenrijk te vluchten. We kwamen in het asielzoekerscentrum in Traiskirchen en woonden daar meer dan twee jaar.
In die tijd kwamen actieve christenen uit Zwitserland in het centrum om de vluchtelingen van Jezus Christus te vertellen. Ze legden ons uit dat Jezus in de wereld kwam om de schuld van de mensen die ze voor God hebben, te betalen. Hij Zelf was zonder zonde, maar betaalde onze schuld uit liefde met Zijn leven. Na Zijn sterven aan het kruis werd Jezus door God uit de dood opgewekt en bij Hem in de hemel opgenomen. Zodoende kan elk mens vergeving van zijn schuld ontvangen. Voor mijn moeder was dat alles nieuw en vreemd. Toch bleef ze met de christenen in contact.
Tijdens onze tijd in het vluchtelingenkamp zagen wij vluchtelingen komen en gaan.
Maar onze situatie veranderde niet. Een moeder die alleen haar drie kinderen moest opvoeden was gewoon afhankelijk van de sociale dienst of van liefdadigheid. Mijn moeder schreef aan de christenen en vroeg om hulp. Ze stuurden ons daarop 1000 schilling zodat we op reis naar Duitsland konden gaan. Tijdens een zoektocht van meerdere dagen naar een mogelijkheid om de grens te passeren, raakte al het geld op. Toen de schemering inviel, was mijn moeder bang dat wij de nacht buiten zouden moeten doorbrengen. In haar vertwijfeling smeekte ze onder tranen voor een kruis aan de rand van de weg Jezus om hulp.
Daarop zagen we ineens een ouder echtpaar aan komen lopen dat terugkwam van een wandeling. Het waren christenen. Ze lieten ons – samen met hen – in hun vakantiehuisje overnachten en brachten ons later op een verborgen weg over de grens. In Duitsland aangekomen zei mijn moeder dat wij zonder God het nooit hadden gered. Zo had ik als kind al een bepaald geloof in God maar geen persoonlijke relatie met Hem.
Met deze achtergrond groeide ik op en werd een ongeremde teenager. Ik was op zoek naar avonturen en haalde van alles uit waar ik op dat moment was. Nog voordat ik naar de lagere school ging, leerde ik mijn vuisten te gebruiken en raakte altijd weer in vechtpartijen verwikkeld. Later begon ik te drinken en te roken en bezocht regelmatig discotheken. Al snel kwamen de zogenaamde softdrugs erbij. In die tijd was ik een veelzijdig geïnteresseerde jongeman: ik oefende als breakdancer, speelde gitaar, zong graag, schilderde, maakte gedichten en interesseerde me voor spirituele dingen. Tot mijn lectuur behoorde esoterische mystiek uit het Verre Oosten en filosofie van Socrates.
Op een keer veranderde mijn streven naar vrijheid, avontuur en genot.
De vermeende vrijheid bracht me in verslavingen. Het avontuur eindigde in de leegte en het genot veranderde in walging. Met 22 jaar was ik door het overmatige feesten en gebruiken lichamelijk aangeslagen. Op een dag ging het zo slecht met me dat ik bang was om te sterven.
In mijn vertwijfeling wendde ik mij tot God en smeekte om hulp. Daarbij beleed ik Hem dat ik mijn leven vergooid en geruïneerd had. Ik was gebroken en wilde Hem mijn leven geven als Hij mij zou willen redden. Toen ik in mijn binnenste bad, beleefde ik iets als een moment van helderheid. Het was net alsof er een nevel van mij werd weggenomen. Ik kon mijn leven vanuit Gods standpunt zien. Daarbij erkende ik dat ik slechts voor mijzelf leefde, voor God schuldig en van Hem gescheiden was. Ik was niet de goede mens, voor wie ik mezelf hield.
Tegelijkertijd wist ik dat God mij had aangenomen.
Niets zou meer blijven zoals het was. De volgende dag voelde ik me lichamelijk heel goed. Een onbeschrijfelijke vreugde, die ik nog nooit van tevoren beleefd had, vervulde me. Een diepe vrede van God kwam over mij. Vanaf die dag ken ik Zijn tegenwoordigheid. Ik werd in één klap vrij van elke verslaving en had geen verlangen meer naar sigaretten of drugs. God verhoorde mijn gebed, net zoals toen bij mijn moeder. Hij leidde mij naar Zijn Zoon Jezus.
In de Bijbel las ik dat Jezus de enige zondeloze mens is. Toch droeg Hij de rechtvaardige straf voor mijn overtredingen. Aan het kruis gaf Hij Zijn leven voor mijn liefdeloosheid, arrogantie en ongerechtigheid, voor mijn slechte gedachten en leugens, voor mijn egoïsme, haat, afgunst en toorn. Hij betaalde de straf voor mijn onverschilligheid en ondankbaarheid tegenover God. Jezus wendde het rechtvaardig oordeel van mij af en nam het op Zich. Uit liefde kwam de Zoon van God naar deze aarde opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat. Jezus overwon de dood en is daarom de enige brug tot God. Niemand kan voor de absoluut heilige en volmaakt rechtvaardige God zonder Jezus bestaan. Hij is mijn vergeving en mijn gerechtigheid.
De persoonlijke relatie tot God had voor mij een leven veranderende uitwerking. Ik kon vergeven, omdat God mij vergeven heeft. Ik kon liefhebben, omdat Jezus mij zelfs tot in de dood heeft liefgehad. Mijn haat tegen mensen die ik als vijanden zag, verdween. Relaties die stuk waren gelopen, kwamen weer in orde.
Sinds deze belevenis voelde ik mij als opnieuw geboren. Dat betekent niet dat ik volmaakt ben maar mij is alles helemaal vergeven. Daarom wil ik voor God leven Die mij zo heeft aangenomen zoals ik ben en mij ten goede heeft veranderd. God verhoort gebeden. Daarom zegt Hij:
‘Roep Mij aan in de dag van de benauwdheid, Ik zal u redden en u zult Mij eren’ (Psalm 50:15).
Maar om God te vinden, hoef je niet eerst in een bijzondere grote nood te komen. Je eigenlijke nood blijkt al in jouw geweten: kan je zo, zoals je tot vandaag geleefd hebt, voor de absoluut heilige en rechtvaardige God bestaan? Is Hij jouw hemelse Vader geworden? Ik bid dat dit verhaal jou bemoedigt om helemaal op Jezus te vertrouwen en Hem in alles te volgen.
In de Bijbel staat: ‘Jezus antwoordde: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij’ (Johannes 14:56).
Josef Drazil
Origineel: © Bruderhand-Medien