Vraag over Openbaring 5:9-10
Hallo, beste team van Volg Mij,
Ik heb een vraag over uitgave 2018/03. Daar schrijven jullie iets over de volkeren, die met het evangelie (nog) niet bereikt zijn en wat er met hen gebeurt, als zij het nooit horen.
Mijn vraag heeft betrekking op het gedeelte in Openbaring 5:9-10. Zonder onze verantwoordelijkheid te willen relativeren, kan men dan dit gedeelte daar niet op toepassen? Zal er volgens deze tekst eens geen stam, taal, volk en natie meer zijn, die niet gekocht is door het bloed van het Lam? Of kan men dit gedeelte daarop helemaal niet toepassen?
Hartelijk dank voor uw begrip en antwoord.
Hartelijke groet, P.
Beste P.,
Hartelijk dank voor je e-mail. Eerst wil ik graag de verzen, waar jij op doelt, citeren: ‘En zij zongen een nieuw lied en zeiden: U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde’ (Openb. 5:9-10).
De scène, die Johannes in Openbaring 5 beschrijft, vindt plaats tussen de opname en de verschijning van de Heere Jezus. Het geweldige koor, dat het nieuwe lied zal zingen, omvat alle gelovigen, die tot aan de opname op de aarde geleefd hebben. Dit nieuwe lied toont de waardigheid van het Lam, Dat de hoge prijs van Zijn eigen leven betaald heeft, om mensen duur te kopen – uit elke stam, taal, volk en natie.
Het is opvallend, dat er in dit lied in veel handschriften staat: ‘… hebt voor God gekocht … en zij zullen over de aarde regeren’. Er staat niet: en hebt ons voor God gekocht en wij zullen over de aarde heersen. Dat betekent echter niet, dat de 24 ouderlingen deze woorden niet op zichzelf zouden betrekken (zie Openb. 1:5-6), maar zij willen het Lam op de voorgrond plaatsen en zichzelf op de achtergrond. Bovendien laten de woorden van de 24 ouderlingen ruimte voor hen, die na de opname tot geloof komen en dan met Christus zullen heersen (zie Openb. 20:4-6).
Ja, het is zo, dat de gezegende gevolgen van Zijn dood zich uitstrekken tot alle bevolkingsgroepen en dat overal Zijn gekochten te vinden zijn! Zo geweldig is Zijn werk en de waarde van Zijn bloed! Dat maakt de waardigheid van het Lam uit!
Ik denk wel, om concreter op jouw vraag in te gaan, dat de verzen uit Openbaring 5 duidelijk maken, dat God overal onder de mensen werkt. Hij leidt sommigen onder hen door Zijn genade tot bekering. Hij zorgt ook voor een omvattende verkondiging van het evangelie. Met het oog op de tijd van verdrukking staat er: ‘En dit evangelie van het Koninkrijk zal in heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen’ (Matth. 24:14). En in deze tijd zullen ook uit elke natie, stam, volk en taal mensen tot geloof komen (Openb. 7:9). Maar mogen we bij de gekochten in Openbaring 5 ook niet denken aan de vele kinderen uit alle naties, die jong gestorven zijn en dus niet verloren gaan (zie Matth. 18:14)?
De verzen 9 en 10 in Openbaring 5 spreken echter niet over de verantwoordelijkheid van de mens, en er ook niet over in welke tijd deze ‘gekochten’ het eigendom van de Heere Jezus geworden zijn – in zoverre is het geen directe verklaring over de ‘onbereikten’ in de genadetijd en wat deze moeten doen, om in de hemel te komen. Bij al de blijdschap over het werk van God onder de volken blijft het waar, wat jij in je e-mail geschreven hebt: wij christenen hebben de grote verantwoordelijkheid, de boodschap van God overal en aan iedereen bekend te maken (Hand. 17:30).
Ik hoop, dat het je iets verder helpt.
Hartelijke groeten in de Heere,
Gerrid Setzer
U hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie… Openb. 5:9