Lied 126
1 Ik rust in God,
en heb mijn lot,
mijn leven en mijn streven,
mijn vreugde en smart,
geheel mijn hart
in zijne hand gegeven.
2 Ik rust in God,
O heilgenot,
door niemand uit te spreken.
In strijd en nood,
in leed en dood
is mij zijn trouw gebleken.
3 Nu kan ik vrij
aan Jezus’ zij
mijn pelgrimsweg betreden;
en waar ik ga
of waar ik sta,
ik volg mijns Heilands schreden.
4 Ik rust in God.
Gelukkig lot,
door niemand mij te ontroven.
Dra zal ‘k omhoog
voor aller oog
Hem voor zijn liefde loven.