Lied 137
1 Heer Jezus, dierbaar Lam van God,
Gij werd aan ’t kruis, gehoond, bespot,
geslacht voor onze zonden;
voor ons werdt Gij met vloek belaan,
voor ons zijt Ge in de dood gegaan;
wie kan dit heil doorgronden?
Voor ons bestaat geen oordeel meer;
Heer Jezus, U zij dank en eer.
2 Zie ons in uwe naam vergaard,
met blijdschap om de dis geschaard,
die Gij ons woudt bereiden.
Door deze beker en dit brood
verkonden wij, o Heer, uw dood,
terwijl we uw komst verbeiden.
Niets drukt nu ons geweten meer;
Heer Jezus, U zij dank en eer.