Lied 141
Niets, o Heer, dan uw genade,
niets, Heer Jezus, dan uw bloed,
dat alleen mij wies van ’t kwade,
troost en heiligt mijn gemoed.
Heel mijn ziel, vol hemelvrede,
rust in U, mijn Heer en God,
oorzaak en bewerker mede
van mijn eeuwig zalig lot.