Lied 148
1 Aan Hem, de schepper van ’t heelal,
der eng’len Heer en koning,
brengt roem en eer de heil’gen schaar,
lofzingend in zijn woning.
2 En wij ook buigen ons voor Hem,
de oorsprong aller dingen,
in ’t blij vooruitzicht, Hem ter eer
het nieuwe lied te zingen:
3 “Het Lam, voor ons op aard’ geslacht,
is eeuwig waard te ontvangen
de wijsheid, rijkdom, eer en kracht,
en dankb’re lofgezangen.”