Lied 165
1 Stil ons innig zielsverlangen,
Heer Jezus, kom!
Wil uw bruid bij U ontvangen,
Heer Jezus, kom!
Hier, waar veel bekommeringen,
zonde en wereld ons omringen,
kunnen wij slechts staam’lend zingen:
Heer Jezus, kom!
2 Hoe verdeeld zijn hier Gods kind’ren.
Heer Jezus, kom!
Dan zal ons geen zwakheid hind’ren:
Heer Jezus, kom!
Als U komt om ons te ontmoeten,
zullen we U vereend begroeten,
saam aanbidden aan uw voeten. –
Heer Jezus, kom!
3 “Ja, Ik kom”, roept U ons tegen. –
Heer Jezus, kom!
’t Is uw laatste woord, vol zegen. –
Heer Jezus, kom!
“Spoedig toch voor al de mijnen”,
zegt U, “zal Ik zelf verschijnen.”
Amen, – doe ons leed verdwijnen,
Heer Jezus, kom!