Lied 170
1 Daar, waar Geest en woord zich paren,
waar de Geest spreekt uit het woord,
wil Hij ook de zin verklaren
aan elkeen, die biddend hoort.
2 Tot dit woord te zaam gekomen,
luist’ren wij naar ’s Heren stem;
Hij doet altijd zegen stromen
voor de ziel, gekeerd naar Hem.
3 Heerlijk uur, waar Hij wil schenken:
“levensvoedsel – hemelbrood”,
waar Hij ’t dorstig hart wil drenken
door zijn Geest, zo rijk, zo groot.
4 Ja, dat rijke woord van boven
toont, ontvouwt zijn heerlijkheid,
waar de ziel – die wil geloven –
tot zijn schat wordt ingeleid.
5 Wie kan zulk een stond ontberen,
die ons steeds weer geest’lijk sterkt;
waar het machtig woord des Heren
tot ons komt, en in ons werkt?