Lied 187
1 Lam Gods, U hebt Uzelf gegeven
aan het kruis, aan het kruis,
opdat wij eeuwig zouden leven
door het kruis, door het kruis.
Gezonken in de lijdensvloed,
getroffen door Gods oordeelsgloed,
gaf U voor ons uw kostbaar bloed
aan het kruis, aan het kruis.
2 U hebt tot in de dood geleden
aan het kruis, aan het kruis;
de voorhang scheurde tot beneden
door het kruis, door het kruis.
Wij mogen vrij naar binnen gaan,
voor God in ’t heiligdom nu staan,
want Hij nam heel uw offer aan,
aan het kruis, aan het kruis.
3 U dronk voor ons de bitt’re beker
aan het kruis, aan het kruis,
en maakte ons heil voor eeuwig zeker
door het kruis, door het kruis.
U hebt de dood beroofd van kracht
en ons ontrukt aan Satans macht,
toen U het grote werk volbracht
aan het kruis, aan het kruis.
4 Door schande heen zien wij uw glorie
aan het kruis, aan het kruis.
Aan U, o Heer, was de victorie
door het kruis, door het kruis.
Aan U zij tot in eeuwigheid
de ere, macht en majesteit,
U, overwinnaar in de strijd
aan het kruis, aan het kruis.