Lied 203
1 Wij zien U, Heer, in zielsangst strijden;
U nam de bitt’re beker aan.
U, Heil’ge moest voor zondaars lijden,
U bent voor ons naar ’t kruis gegaan.
2 O, laat de dood die U moest smaken
ons allen steeds voor ogen staan.
Uw bloed alleen, dat rein kan maken,
deed ons de hemel opengaan.
3 Wij willen, Heiland, U gedenken.
U geeft in liefde ons brood en wijn.
U wilt dit teken steeds weer schenken,
tot wij voor altijd bij U zijn.
4 Uw liefde, nimmer te doorgronden,
treft en ontroert ons telkens weer.
Stervend hebt Ge ons aan U verbonden,
U, onze Heiland-God, zij eer!