Lied 206
1 O liefdevolle God, die w’ onze Vader noemen,
U loven wij tezaam,
Uw goedheid en gena zijn nooit genoeg te roemen;
lof zij uw grote naam!
Lof zij uw grote naam!
2 Wie zou als wij, o God, uw liefde kunnen prijzen?
Wij zijn uw eigendom!
Geen engel kent als wij uw grote gunstbewijzen;
U zij de roem alom!
U zij de roem alom!
3 Ver boven d’ eng’lenschaar wordt ons een plaats gegeven,
door Jezus ons bereid.
O Vader, U zij dank; uw naam zij hoog verheven
tot in alle eeuwigheid!
tot in alle eeuwigheid!