Lied 208
1 De Zoon van God heeft overwonnen,
want Hij stond op uit dood en graf.
Nu is de nieuwe dag begonnen
voor ons aan wie Hij ’t leven gaf.
Ja, alles keerde Hij ten goede,
geen angst of nood beklemt ons meer.
Komt, christenen, zingt blij te moede
de lof van de opgestane Heer!
2 De grote dag zal spoedig komen
dat we opstaan in onsterf’lijkheid;
al wordt dit lichaam weggenomen,
’t wordt opgewekt in heerlijkheid.
Ons zwakke lichaam met zijn kwalen,
zal plotseling verheerlijkt zijn,
als Jezus komt om ons te halen,
opdat wij eeuwig bij Hem zijn.
3 Wij blijven U, o Heer, verwachten,
die eenmaal in het gans heelal
teniet doet alle boze machten,
zodat geen dood meer wezen zal.
Dan zijn geschrei en rouw vergeten,
de hemel en de aard’ zijn nieuw.
In glorie op de troon gezeten
spreekt God: Zie, Ik maak alles nieuw!