Lied 212
1 Uw woord, o Here God, is onze gids ten leven;
het is op onze weg een lamp voor onze voet.
Uit liefde wilde U dit groot geschenk ons geven,
dat levend krachtig woord, dat heilig is en goed.
2 Uw woord is waarheid, Heer, de wijsheid uit de hoge,
dat oorsprong, zin en doel der schepping openbaart.
Dat woord houdt aan de mens zijn eigen beeld voor ogen,
toont hem zijn boze hart en diep verdorven aard.
3 Uw woord wil echter ook het blijde nieuws verkonden
dat U de liefde bent en heil ons hebt bereid.
Wij weten dat uw Zoon eens stierf voor onze zonden;
en wie in Hem gelooft, die leeft in eeuwigheid.
4 U toont ons in uw woord de glorie van uw wezen.
U, de eeuw’ge, heil’ge God, bent licht en liefde saam.
O God der heerlijkheid, zo waard te zijn geprezen,
wij noemen in de Zoon U bij uw Vadernaam.
5 Welzalig hij die ’t woord der waarheid wil geloven
en door uw Woord en Geest zich willig leiden laat.
Hij geeft de wereld op en zoekt de dingen boven,
waar Christus Jezus is, die boven alles gaat.