Lied 213
1 Onze God, wij willen zingen
tot eer van U, die grote dingen
voor ons, uw haters, hebt gedaan.
Eeuwig zij uw naam geprezen
voor al de liefde ons bewezen,
toen U de Zoon naar ’t kruis liet gaan.
Hem die uw hart verheugt,
zond U uit ’s hemels vreugd
tot verzoening
in angst en nood
tot in de dood.
O welk een God, oneindig groot!
2 Met bewond’ring slaan wij gade,
o God, uw goedheid en genade.
U bracht van ver ons dicht bij U.
Door de Zoon hebt U het leven,
de geest van zoonschap ons gegeven;
uw huisgenoten zijn wij nu.
U worde roem en macht
in ’t heiligdom gebracht.
Van uw liefde
scheidt niets ons meer.
U zij de eer
door Jezus Christus, onze Heer.