Lied 216
1 Wij knielen, Vader, in uw licht
aanbiddend voor U neer.
Uw glorie straalt in ’t aangezicht
van Jezus, onze Heer.
2 Wij zingen van de heerlijkheid,
het lijden en de dood
van Hem, die in gehoorzaamheid
Zichzelf als offer bood.
3 Wij spreken U van ’t werk dat Hij
volbracht heeft tot uw eer,
van de volmaaktheid die ook wij
bewond’ren in de Heer.
4 Hij vult uw hart, en U alleen
doorgrondt zijn heerlijkheid,
en in uw licht dat ons bescheen,
zien wij zijn majesteit.
5 Heer Jezus, U zij heerlijkheid,
U, Lam, voor ons geslacht!
Uw God en Vader hoort verblijd
de lof U toegebracht.