Lied 54
1 Jezus Christus, onze Heer,
daalde van de hemel neer,
om aan ’t kruis voor ons te sterven,
ons de hemel te verwerven.
2 Hij kwam van zijns Vaders troon,
en Hij koos deez’ aard’ ter woon,
om aan ons, die zondaars waren,
hier zijn Vader te verklaren.
3 Als een Heiland, trouw en goed,
stortte Hij zijn kostbaar bloed,
om dit bij zijn God te brengen
en ons daarmee te besprengen.
4 Ja, Hij daalde in ’t graf ter neer,
Hij, der eng’len opperheer,
om des satans macht te binden
en de dood gans te verslinden.
5 Maar triomf, halleluja,
looft zijn kracht en zijn gena!
’t Graf moest zijne prooi aan ’t leven,
de verwinnaar wedergeven.
6 Ja, de Heer is opgestaan,
heft een blijde lofzang aan!
Door zijn Geest heeft Hij het leven
ook aan onze ziel gegeven.
7 Nu gevoelt ons hart zich vrij,
wij zijn opgestaan als Hij;
vrij van zonden, angst en zorgen,
leven wij in Hem geborgen.