Lied 63
1 U, Heer Jezus, willen wij steeds danken;
uw gena is ‘t, die ons juichen doet;
U ter ere stijgen onze klanken,
U, Heer Jezus, maakte alles goed.
2 Alle zonden zijn voorgoed verdwenen,
en daarboven spreekt voor ons uw bloed.
Waarheid en gena zijn nu verschenen, –
U, Heer Jezus, maakte alles goed.
3 Wil de vijand pijlen op ons richten,
maakt ons heil de satan ook verwoed,
vliegen om ons heen zijn felste schichten,
U, Heer Jezus, maakte alles goed.
4 Ja, wij kennen, Jezus, uw genade,
die ons hart in vrede rusten doet;
zoekt de vijand hier ook onze schade, –
U, Heer Jezus, maakte alles goed.
5 U bent, Heer, een plaats ons gaan bereiden.
Deze hoop versterkt des pelgrims moed;
veilig zal uw Geest ons allen leiden.
U, Heer Jezus, maakte alles goed.
6 Dan, dan zal ons hart van vreugde juichen,
als U ons voor eeuwig rusten doet;
dan zal onze knie zich dankend buigen:
U, Heer Jezus, maakte alles goed.