Lied 76
1 Hij wankelt niet;
tot Jezus kan ik vluchten;
zijn hart verstaat de onuitgesproken zuchten.
‘k Vertrouw op Hem, en zing getroost mij lied.
Ik wankel niet.
Ik wankel niet.
2 Hij wankelt niet;
door ’t boze hier omgeven,
heeft Jezus’ kracht nog nimmer mij begeven.
Of helse macht haar pijlen op mij schiet.
Ik wankel niet.
Ik wankel niet.
3 Hij wankelt niet.
Mijn Jezus kent mijn lijden;
al schreit mijn oog, mijn hart kan zich verblijden
omdat ik weet, dat Jezus’ oog mij ziet.
Ik wankel niet.
Ik wankel niet.